Contribute Foundation draagt met een bijdrage van € 90.000,- verspreid over twee jaar direct bij aan de bescherming van de neushoorns in de Lowveld regio van Zimbabwe, gefocust op de Save Valley Conservancy (SVC) en de Bubye Valley Conservancy (BVC) in het zuidoosten van Zimbabwe.
Het WWF werkt aan neushoornbescherming in alle neushoornlanden. Een belangrijk onderdeel is het beïnvloeden van strikte nationale en internationale wet & regelgeving ten aanzien van bescherming en het aanpakken van wildlife crime. In de belangrijkste neushoornlanden werkt het WWF ook aan directe neushoornbescherming in het veld. Zo ook in Zimbabwe waar de uitvoering van ons werk door de Lowveld Rhino Trust wordt gedaan en waar de bijdrage van Contribute voor wordt ingezet.
De Lowveld Rhino Trust (LRT) is een Zimbabweaanse NGO. De LRT is met behulp van WWF opgericht en wordt ondersteund door WWF omdat het van groot belang is dat sterke lokale NGO’s die volledig in de lokale gemeenschap zijn geïntegreerd het beschermingswerk ter hand nemen.
Met de bijdrage wordt gewerkt aan:
het totaal aantal zwarte neushoorns in Afrika ligt tussen de 5.000 en 5.500 (in 1992 waren dit er nog 2.300) en het aantal witte neushoorns tussen de 19.000 en 21.000 (eind 20e eeuw waren dit er nog ongeveer 50 in Zuid-Afrika). Er wordt getracht de natuurlijke groei te maximaliseren door het voorkomen van sterfte door middel van veterinair ingrijpen en het uitbreiden van de populatie door translocaties.
Helaas worden er krachten toegekend aan de hoorn van een neushoorn die nooit wetenschappelijk zijn aangetoond. Zo zou de hoorn van een neushoorn kanker kunnen genezen en geweldig zijn tegen een kater. De vraag naar neushoorn hoorns die hiermee is ontketend is ongekend en heeft wereldwijd gezorgd voor stroperij en illegale handel op een schaal die zijn weerga niet kent. De handel is lucratief: in wildlife crime gaat evenveel geld om als in drugshandel. Echter: de pakkans is in veel gebieden te laag en de straffen in de meeste landen (nog) te mild. Er wordt blijvend ingezet op het tegengaan van stroperij onder meer door regelmatig te patrouilleren en door het inzetten van innovatieve monitoringstechnieken om zodoende stropers te kunnen oppakken en berechten. Ook zal er sprake zijn van systematische monitoring van neushoorns op basis van individuen die gemerkt zijn.
Maar ook wordt flink geïnvesteerd in educatie. Meer dan 140 scholen worden onderwezen in het belang van de natuur en de meerwaarde die het de communities kan bieden om leefgebieden en de dieren en biodiversiteit te beschermen. Goede educatie is van zeer wezenlijk belang voor de bescherming, de dieren zijn immers volledig afhankelijk van mensen in hun voortbestaan.
Door samen met de lokale bevolking te zoeken naar passende economische activiteiten om inkomsten uit wildbeheer te halen, wordt een succesvolle bescherming op lange termijn geborgd. Hiertoe worden lokale gemeenschappen ondersteund, gestimuleerd en opgeleid. Er wordt gewerkt met lokale gemeenschappen op basis van een payment-for-rhinos: afhankelijk van het aantal neushoorns dat overleeft krijgen de lokale gemeenschappen steun op gebieden als onderwijs en openbare voorzieningen.
Hoewel de laatste 5 jaar er nog 150 neushoorns in het LRT gebied zijn gestroopt, blijkt uit bovenstaande grafiek dat de LRT aanpak vanaf de start in 1992 succesvol is:
De donatie zal direct worden aangewend om de neushoorns in de aangewezen gebieden te beschermen en de ingezette maatregelen uit te voeren en te borgen. Met de bijdrage van Contribute wordt niet alleen bijgedragen aan bescherming van de neushoorn in dit specifieke gebied, maar tevens draagt deze bij aan de instandhouding van de gehele biodiversiteit in dit gebied en de bewustwording van het belang van het behoud van de neushoorn wereldwijd. De bijdrage is exclusief in de zin dat Contribute de enige donateur is die via WWF dit project ondersteunt.
Ieder jaar worden de neushoorns in de twee conservancies geteld. Nieuwe dieren worden individueel gekenmerkt en verweesde neushoorns groot gebracht om in het wild weer losgelaten te kunnen worden. Contribute mocht een volgende zwarte neushoorn een naam geven als dank voor hun prachtige donatie! Dit is Inopa geworden en zij is hieronder te bewonderen.
Binnen het National Rhino Coördination Committee wordt (inter-)nationaal samengewerkt en worden zaken afgestemd zoals uitwisseling van dieren door middel van translocaties om genetische variatie op pijl te houden en uitwisselen van informatie op het gebied van wildlife crime.
Scholen krijgen educatie omtrent natuur in de nabijheid van Save Valley en Bubye Valley.
Inmiddels is het project afgerond en hebben met dit project mooie stappen weten te zetten in het behoud en bescherming van de neushoorns in Zimbabwe inspanningen die hiertoe geleid hebben zijn terug te vinden in de onderstaande eindrapportage.
Omdat Contribute bijdraagt aan bescherming van de neushoorn kregen wij de eer om een neushoorn een eigen naam te geven. Het bleek zoals je in het Engelse verslag hieronder kunt lezen om een neushoornkalf te gaan van nauwelijks een jaar oud. Ondanks zijn leeftijd bleek het kalf verrassend sterk en vechtlustig te zijn. Trots als wij zijn hebben wij gekozen voor de naam Inopa wat in de lokale taal (Shona) "to give" betekent.
While scouting water points for rhino spoor on a routine monitoring patrol, a Lowveld Rhino Trust team found a single set of small black rhino tracks leading to and from a small pool of water filled by recent rains. The width of the back foot measured only 16 centimetres – so the rhino was only a calf, likely less than a year old. Black rhinos are dependent on their mothers for milk and protection until they are at least one and a half years old, so the team circled the pool looking for the mother’s spoor. There was none. The only tracks coming to the water were those of the calf. Over a week of daily watering visits by the calf were recorded in the damp earth. Something was not right here.
Two rhino monitors tracked the spoor away from the water’s edge, carefully avoiding making any noise and regularly checking the wind direction. Black rhinos have very keen senses and are particularly aware of sound and smell to alert them to threats in their environment because visibility is often limited by leaf cover in the thick bush habitat that they frequent. Quickly the monitors found the calf, alert and nervous – and still alone – the mother likely killed by poachers somewhere in the same area. Rhino poachers do not care what they kill and often shoot female rhinos even if they have young calves beside them. The quick photo the monitors managed to get before the calf ran off confirmed their age estimation – the rhino was only 11 months old. Too young to survive alone in lion country.
An urgent rescue effort was mounted. An experienced rhino vet was flown in and with the spotter plane overhead to guide the ground team onto the calf, a ground darting capture was underway. Between the trackers and the spotter plane the calf was quickly found within darting range – but the thick bush obscured every darting angle – even at ten metres. Multiple close approaches failed to present a darting opportunity and the disturbance was distressing the calf and driving him from his familiar hiding place, leaving him even more vulnerable to lion attack. So the attempt at ground-darting was abandoned.
A helicopter, with an experienced pilot, was needed for the vet to be able to dart the calf from a more vertical angle in this thick bush. It took days of pleading with the authorities to get the required Air Force approval to deploy the helicopter, since helicopter operations are closely controlled in Zimbabwe’s militaristic situation. Remarkably the little calf managed to avoid the lion prides and he was eventually safely captured.
On release into the holding pen at the hand-raising facility it became immediately obvious how this little calf had managed to survive so long in lion country on his own. He was a supremely confident and aggressive individual exhibiting absolutely no sign of weakness or fear. Even after a week he was still challenging any living thing that came into view – even the three other young black rhinos in the neighbouring yard. Black rhinos are though by nature social animals and “Inopa”, as he is now known, is realizing he is back among friends again and will soon be joined with the other orphans so they can grow up together and be released back into the wild as a group.